Hoe stem je een drumstel

Voorbereiding

Schroef alle spanschroeven gelijkmatig los, verwijder de spanranden en daarna de vellen. Maak de randen van de trommel en de spanranden schoon moet een droge doek. Vaak zit hier veel stof en houtsplinters, wat de klank beïnvloedt. Controleer de ketel op eventuele losse trillende delen, zoals schroeven, door op de rand te tikken. Als er iets trilt, is het nu een goed moment dit te verhelpen. Nu ben je klaar om de nieuwe drumvellen te installeren. Helemaal onderaan dit blog leg ik stap voor stap uit wat je moet doen. Maar eerst volgt hier nog wat nuttige achtergrondinformatie over de trommel.



Drums stemmen: stap voor stap

 

Stap 1: 

We beginnen met het resonantievel. Dit komt aan de onderkant van de ketel, dus kijk even goed wat de onderkant is voor je begint. Leg het vel op de ketel en zoek met een draaiende beweging de plek waar het vel tegen de ketelrand de minste weerstand biedt. Vervolgens kun je de spanrand op het vel leggen en de spanschroeven met duim en wijsvinger terug in de spanblokken draaien. Draai eerst alle schroeven handvast, dus nog niet met een drumsleutel.

 

 

Stap 2: 

Neem een stemsleutel, en draai alle spanschroeven kruislings tegenover elkaar een halve keer rond. Heb je alle spanranden gehad? Herhaal dan deze stap nog vijf keer, totdat alle schroeven in totaal drie keer helemaal rond zijn gegaan. Dit geldt overigens voor nieuwe vellen. Oude vellen zijn veel eerder op spanning. Het is belangrijk dit gelijkmatig te doen, zodat het vel langzaam uitgerekt wordt en goed om de ketel zit. Hoe het klinkt, maakt op dit moment nog niet uit.

 

Stap 3: 

Til de ketel op en sla op het vel. Als je een helder geluid hoort zonder vervorming, dan kun je verder naar stap 4. Als je geen helder geluid hoort, draai dan alle spanschroeven nog een keer een halve slag, en probeer het opnieuw.

 

Stap 4:

 Zet de ketel op een dempende, zachte ondergrond. Tik zachtjes op het vel, ongeveer 3 centimeter van de rand, bij elke spanschroef. Luister goed naar de resonantie en zorg ervoor dat deze bij elke spanschroef hetzelfde klinkt. Omdat het vel nog oprekt en zich aanpast aan de ketel, zal de stemming na 24 uur weer anders zijn. Je kunt dit proces soms versnellen door met een föhn korte tijd (15 seconden is genoeg) op het vel te blazen. Vaak moet hierna het vel opnieuw gestemd worden, op dezelfde manier.

 

Stap 5: 

Nu is het de beurt aan het slagvel. Zet de ketel, met het resonantievel onder, op een zachte, dempende ondergrond. Plaats het vel zoals je hiervoor ook deed. Dubbellaags vellen hebben vaak een lijmlaagje. Het is belangrijk bij deze vellen om er even wat druk op zetten. Het vel zal hierbij flink gaan kraken. Dit hoort zo, dus maak je geen zorgen. Het krakende geluid is het vel dat zich ‘zet’ naar de ketel.

 

Stap 6:

 Draai de schroeven weer gelijkmatig aan en luister na elke kwartslag draaien naar het vel terwijl de ketel nog op de grond staat. Ook hier geldt dat je naar de volgende stap kunt wanneer de toon helder klinkt en de resonantie bij alle schroeven hetzelfde is.

 

Stap 7:

 Belangrijk is dat je de onderlinge verhouding tussen de twee vellen in acht

neemt. Wanneer je het slagvel strakker zet, maar de toonhoogte gelijk blijft, dan is het tijd om het resonantievel weer bij te stemmen. Draai de ketel om en stem het onderste vel gelijkmatig omhoog; controleer hier weer of de resonantie bij alle spanschroeven hetzelfde klinkt. Indien gewenst, kun je nu het slagvel weer strakker draaien. Deze twee

stappen kunnen een paar keer nodig zijn om de gewenste toon te bereiken.

 

Stap 8: 

Je zult gemerkt hebben dat op een bepaald punt tijdens het stemmen de trommel een optimale resonantie heeft. Dit is de basisfrequentie van de ketel die je aan het stemmen bent. Na verloop van tijd leer je dit punt snel te vinden. Nu is het tijd om de gewenste toon te krijgen.

 

Stap 9:

 Door nu te gaan variëren met de stemming van beide vellen, kun je de gewenste toon bereiken. Je kunt verschillende dingen proberen. Door het slagvel iets losser te draaien en het reso-vel iets strakker, krijg je een ‘punchy’ geluid met een goede attack. Beide vellen op dezelfde stemming zal resulteren in een open klinkende, ‘zingende’ sound. Het slagvel strak en het reso-vel losser resulteert juist in een ‘sloppy’ klank. Dit is iets waar je je oren op moet trainen en waarmee je veel moet experimenteren. Een goed gestemde trommel heeft weinig tot geen demping nodig. Als je wel demping gebruikt, gebruik dam dempringen, gel of, buitendempers, maar liever geen ductape. Ductape dempt namelijk niet alleen de resonantie, maar verandert ook de klank van het vel.

 

Stap 10: 

Herhaal stap 1 tot en met 9 met alle ketels van je drumstel. Houd hierbij rekening met de onderlinge toonhoogtes tussen de verschillende ketels. Zorg dat de belangrijkste onderdelen, bijvoorbeeld je bassdrum en snaredrum, de gewenste toonhoogte en verhoudingen tot elkaar hebben. Hierna kun je de toms en floortom in gelijke stappen ertussenin stemmen. Het beste resultaat wordt bereikt wanneer je afstanden van drie of vijf tonen aanhoudt tussen de trommels.

 

 

Snarenmat:

Zet deze eerst te los zodat hij rammelt. Draai het dan rustig strakker tot het rammelen weg is. Een te strakke snarenmat dempt het ondervel zodat die geen positieve bijdrage meer levert aan je geluid. Koektrommel dus.

Tip als je de resonatievel aan het stemmen bent met de snaren mat erop dan kan je het beste de snaren mat optillen en voorzichtig een drumstok eronder steken die op de rand van de trommel licht, Dit zodat je geen last heb van de snarenmat die op de trommel rammelt